Gysbreght van Aemstel (1637)
Joost van den Vondel
In première: 3 januari 1638 door de Amsterdamse Schouwburg, te Amsterdam
volledige tekst
in boekvorm
vertalingen
Duits: 1867: Gysbrecht van Aemstel: Trauerspiel von Joost van den Vondel aus dem Jahre 1637, vert. G.H. de Wilde
Engels: 1991: Gijsbrecht van Amstel, vert. Kristiaan P.G. Aercke
Esperanto: 1932: Gysbrecht van Aemstel: la detruo de lia urbo kaj lia ekzilo: tragedio, vert. Johannes Rijk Gerardus Isbrücker
geïnspireerd op Gysbreght van Aemstel
Parodie: Parodie of boertige weerklanken, op de tusschenspraake met Gysbrecht van Aemstel en den bode, overgenoomen uit het vierde tooneel, pagina 42 tot 45, in het vierde bedryf van Gysbrecht van Aemstel, door Joost van den Vondel, waarin het verhaal betreffende het omkoomen en het mishandelen aan Klarisse, op een klugtige en geestige manier word voorgesteld, door het breeken van deszelfs pispot,1783 (herdrukt in 1805)
Bewerking: Guus Rekers, Gijsbrecht van Aemstel, 1988; Hanneke van der Hoeven, Gijsbrecht: Naar Vondels Gysbrecht van Aemstel, 1900
Verkorte vorm: Ph. André Lansberg, Vondel's Gijsbrecht van Aemstel en Leeuwendalers, 1923 (herdrukt in 1928, 1931, 1935, 1939)
Muziek: Bernard Zweers, Gysbrecht van Aemstel, 1893; Alphons Joannes Maria Diepenbrock, Muziek by Gysbrecht van Aemstel van Joost van den Vondel, 1937
Prozabewerking: Peter de Rooy, Gijsbrecht van Amstel en zijn strijd om Amsterdam, 1964
Microfilm 35 mm: Alphons Joannes Maria Diepenbrock, Gysbrecht van Aemstel, 1970
Kinderboek: Edward Adrianus Charles van de Vendel en Hanneke van der Hoeven, Gijsbrecht: naar Vondels Gysbreght van Aemstel, 1998
ensceneringen/producties
(zover bekend)
quotes
'Een onmogelijke taak? Het opwarmen van een lijk? Zolang de man nog leeft - en dat doet hij blijkbaar - zijn er redenen om ernstig met Gijsbrecht bezig te blijven. Op een manier die dat leven kan bevestigen en bevorderen. Bij hem zowel als bij ons.', Guus Rekers in toelichting concept opvoering Publiekstheater, Amsterdam 1975
‘Eigenlijk vonden we de Gijsbreght langdradig en stomvervelend, maar mijn vader, die jaren Vosmeer de Spie speelde, had een tekst waar we verlangend naar uitkeken en die ons elke keer de slappe lach bezorgde.
Heer Gijsbreght, straf mij vrij.
ik ben van ’s vijands volk, en waardig om te sterven.
‘k heb mee gezocht uw stad en burgers te bederven,
en duizendmaal verdiend een schandelijke dood.
Ik geef me in Uw hand, geparst door hogen nood.’
We lagen achter het achterdoek, omdat er in de zaal geen plek leeg was, en fluisterden bij de laatste zin ‘hij moet piesen’ om vervolgens niet meer bij te komen van het lachen.’
Germaine Groenier, Een stuk van mijn hart. Amsterdam 1997
‘Ik houd niet van Vondel en ik houd al evenmin van Van Hoogstraten. Geen haar op m'n hoofd zou eraan denken hun werk louter om zichzelfs wille te gaan lezen. Ze raken me niet en ze hebben me niets te zeggen.’
Marijke Spies, in: Willem van den Berg & Herman Pleij, Mooi meegenomen, Amsterdam 1997
Joost van den Vondel
(Keulen, 17 november 1587 - Amsterdam 5 februari 1679)
De literatuur gewijd aan Vondel is overvloedig: zie voor een korte introductie bijvoorbeeld het naslagwerk Nederlandse en Vlaamse auteurs en de website van de Koninklijke Bibliotheek. De tiendelige Werken van Vondel (1927-1937) bevat per deel uitgebreide biografische informatie over de betreffende periode.
Zie ook DBNL
Zie ook Biografisch portaal
In In Reprise
1635: Sophompaneas of Jozef in ’t hof
1637: Gysbreght van Aemstel
1640: Jozef-trilogie (Sophompaneas, Jozef in Egypten, Jozef in Dothan)
1640: Jozef in Dothan
1640: Jozef in Egypte
1654: Lucifer
1659: Jeptha of offerbelofte
1663: Faëton
1664: Adam in ballingschap
Standbeeld op locatie Vondels vroegere woonhuis (Geheugen van Nederland)